Spelregels Backgammon
Spelregels
Backgammon Spelregels
Backgammon is een bordspel wat als één van de oudste spellen op de wereld kan worden gezien. Het oude Egypte, de Grieken en de Romeinen zijn allemaal bekend met het spel of een variant daarvan. De oorsprong van het spel is het Midden Oosten.
Backgammon is een bordspel voor spelers . Het doel van het spel is om tegen elkaar in alle stenen zo snel mogelijk naar de andere kant van het boord te verplaatsen, in de volgorde van de punten die op het bord staan. Onderweg kun je stenen van elkaar slaan.
Backgammon is een leuk spel en heeft interessante tactische mogelijkheden in zich. Een variant van Backgammon die in Nederland ook wel wordt gespeeld is Tric Trac.
Speelbord backgammon
Backgammon wordt meestal gespeeld in een bord wat verwerkt is in een doos. Het bord is uitgewerkt met punten (langgerekte driehoeken). Totaal zijn dit er 24 en deze zijn verdeeld aan twee zijden van het bord, in het midden verticaal gescheiden door een 'balk'. De punten zijn soms om en om van een andere kleur.
Het doel is om jou stenen van de ene kant van het bord naar de andere kant te krijgen.
De volgorde van het bord is als volgt. Bij één speler is de punt rechtsonder het vertrekpunt voor het plaatsen van de stenen, bij de tegenstander is dat dan links onder, zodat spelers in tegengestelde richting van elkaar spelen. Vanaf die onderkant rechts (of links) loopt de speelvolgorde naar links, tot aan punt nummer 12. Daarna vervolgt het bord zich direct naar boven vanaf daar, naar linksboven (punt nummer 13). Van daaruit vervolgt het naar rechts naar punt 24 helemaal rechts in de bovenhoek. Het thuisvak van de tegenstander. Voor je tegenstander is de volgorde hetzelfde, maar in tegengestelde richting, dus die start van links onderin.
De eerste zes punten (dus vanaf rechts bij de één en links bij de ander) wordt je thuisvak genoemd. Hier moet je al jou stenen zien te krijgen. Vanaf dit thuisvak mag je namelijk de stenen wegspelen van het bord.
Stenen verdelen Backgammon
Bij aanvang van het spel krijgt iedere speler 15 stenen in een eigen kleur. Meestal zwart wit, bruin of creme, licht of donker.
Deze 15 stenen moet je vooraf op de volgende wijze op het bord plaatsen, van jou kant gezien:
- Punt 6 krijgt 5 schijven.
- Punt 8 krijgt 3 schijven.
- Punt 13 krijgt 5 schijven.
- Punt 24 krijgt 2 schijven.
Het doel is om al jou stenen in het thuisvak (nummers 1 t/m 6) van jezelf te krijgen. Is dat gelukt dan mag je je stenen van daaruit wegspelen. Wie dat als eerste voor elkaar heeft gekregen wint het spel.
Stenen worden verplaatst door te gooien met twee dobbelstenen en daarna, volgens de regels, de stenen te verzetten. Stenen kunnen onderweg geslagen worden, maar alle geslagen stenen moeten wel weer in het spel worden gebruikt direct daarna. Bij het slaan van een steen moet je wel weer helemaal vanaf jou beginvakken starten met deze steen, waardoor het langer duurt om het spel als eerste uit te spelen. Je moet gooien en dan hopen op een vrije plek volgens één van de ogen van de dobbelsteen.
De stenen starten op verschillende plaatsen, maar het uiteindelijke doel is om ze in het laatste vak, jou thuisvak, te krijgen zodat je daarna alle stenen uit het bord mag spelen. Verderop meer hierover.
Regels stenen verplaatsen
Je mag na het gooien schijven naar keuze per aantal per dobbelsteen verplaatsen, maar alleen naar een punt die nog open is. Een punt is open als er minder dan 2 schijven van een tegenstander staan of als er eigen stenen op staan. Staat er 1 steen van je tegenstander, dan sla je die steen op dat moment. De steen wordt op de middenbalk gezet en die moet weer als eerste in het spel worden gebracht bij een volgende beurt, door een aantal ogen te gooien waar een vrij vak is om de steen te plaatsen (gezien vanaf de kant van de tegenstander)..
Het aantal gegooide ogen van de dobbelstenen tellen afzonderlijk als getallen voor de verplaatsing. Dat wil zeggen; als je een 5 en een 2 gooit dan mag je 5 + 2 stappen vooruit, als de vakken vrij zijn bij de tussenpassen van 5 en 2 die je dan eigenlijk maakt. Je mag ook twee stenen verplaatsen, elk volgens het aantal op 1 dobbelsteen.
Als je dubbel gooit dan mag je twee keer het aantal gegooide ogen gebruiken, met dubbel vier mag je dus vier keer een stap van vier punten doen met een steen.
Je moet altijd de zetten van de twee dobbelstenen doen als dat kan. Kun je maar één dobbelsteen gebruiken, dan moet je de hoogst bruikbare kiezen.
Winnen met Backgammon
Je wint het spel als je je stenen weet af te spelen vanuit je thuisvak. Dat zijn de eerste zes punten aan jou kant. (bij de startopstelling staan er al 5 stenen van jou kleur op punt 6). Je mag pas beginnen met uitspelen als AL jou stenen in je thuisvak staan. Je speelt van daaruit je stenen van het bord om precies het aantal ogen te gooien wat nodig is om van het bord te komen. Simpelweg, als je een steen op punt 5 hebt, dan moet je een vijf gooien. Stenen op de laatste punt (punt 1) speel je weg door een 1 te gooien.
Gooi je met een dobbelsteen een aantal waarvan geen stenen op de punt staan, dan moet je een normale verplaatsing doen met de stenen die nog verder weg staan. Alleen in geval van een hoger nummer dan waar nog stenen staan, mag de steen op het hoogste nummer worden verwijderd.
Het kan voorkomen dat er tijdens het uitspelen een steen wordt geslagen. Deze moet dan net als bij het slaan onderweg weer helemaal vanaf het begin van het speelveld ingebracht worden via de dobbelsteen en gespeeld worden richting thuisvak.
Degene die als eerste alle stenen vanaf het eigen thuisvak heeft weggespeelt van het bord heeft het spelletje backgammon gewonnen.
